Algemeen:

Onze consumptie-aardbeien zijn gekweekte en gekruiste vormen van wilde (bos-)aardbeisoorten.

Gebruik:

De vruchten van de aardbei zijn een delicatesse. Heerlijk op de boterham, of als nagerecht.

Plantkundige bijzonderheden:

Er zijn soorten die één keer per jaar vruchten dragen, maar ze zijn er ook doordragend. De vruchten van die laatste soorten zijn vaak wat kleiner.

Zaaien:

Natuurlijk hoort er in de kleutertuin een aardbeiplant thuis, maar die kan het beste als plantje in het voorjaar worden gekocht en in de tuin worden gezet.
Zorg voor een stevige jonge plant. Die zal nog hetzelfde jaar vruchten geven.
In een vierkantemetertuin zet u een in vak 1 plant.

Verzorgen:

Aardbeien hebben nogal wat water nodig. Zeker in het seizoen dat de vruchten groeien.
In het najaar verschijnen uitlopers met nieuwe jonge plantjes. Gebruik eventueel de eerste twee plantjes van zo'n uitloper om de plant te vermenigvuldigen. Verwijder de rest.
Aardbeien zijn vorstgevoelig. Dek zonodig af.

Oogsten:

Natuurlijk zal een enkele plant geen overvloed aan vruchten kunnen geven, maar ook al komen er slechts enkele vruchten aan: wacht op een zonnige dag en oogst de warme vrucht. De geur en smaak die dan vrijkomen... onbetaalbaar! Kinderen zullen zich zo'n moment altijd blijven herinneren.

Problemen en bijzonderheden:

Let op slakken!
Er is verder een breed scala aan mogelijke ziekten. Zorg voor een gezonde plant en goede groeiomstandigheden.
De meeste ziekten gaan uw deur dan hopelijk wel voorbij.

Wist je dat...

De aardbei een schijnvrucht is?
De echte zaden zijn de hele kleine pitjes op de huid van de aardbei!